Type: | labo |
Andere namen: | naamsverandering: Laboratorium voor Röntgenografisch Onderzoek van Kristallen (1940-1950) naamsverandering: Laboratorium voor Kristalkunde (1950-1960) naamsverandering: Laboratorium voor Mineralogie, Kristalkunde en Studie van Vaste Stof (1960-1965) |
Periode: | voor 1940-... |
Geschiedenis: | In de beginjaren van de Gentse universiteit stond de kristallografie nog in haar kinderschoenen. Het werd beschouwd als een tak van de mineralogie en geologie, en zelfs deze vakken werden gedoceerd door een bioloog of een geneeskundige. De universiteit beschikte in de Hollandse periode wel over een mineralogisch kabinet. Vanaf 1885 wordt deze collectie als labo vermeld. Een afzonderlijk laboratorium voor Kristallografie zou echter pas een halve eeuw later worden opgericht. Toch bestond er reeds voor die tijd interesse in deze tak van de wetenschap. De eerste hoogleraar die zich ten volle toelegde op de studie van mineralen en kristallen was Alphonse Renard. Zijn werk was erg belangrijk voor de ontwikkeling van het microscopisch onderzoek in de mineralogie. Hij was de eerste die aan de Gentse universiteit met polarisatiemicroscopie dunne slijpplaatjes van mineralen en gesteenten bestudeerde. Het was ook in deze periode dat er een onderscheid kwam tussen de richtingen mineralogie-kristallografie, fysische aardrijkskunde en geologie. Vanaf 1898 tot kort na de Eerste Wereldoorlog doceerde François Stöber verschillende cursussen mineralogie en kristallografie. Hij werd, na zijn terugkeer naar Duitsland, in 1919 vervangen door Alfred Schoep, die bekend werd door de ontdekking en identificatie van een groot aantal (vooral uraniumhoudende) mineralen in het Congolese Katanga. Reeds voor de Tweede Wereldoorlog had Valère Billiet (1903-1945) het laboratorium voor röntgenografisch onderzoek van kristallen opgericht. In 1941 werd hij benoemd als docent in de Faculteit Geneeskunde omwille van zijn kennis van straling en radioactiviteit. Kort voor de bevrijding van België, op 10 augustus 1944, werd Billiet echter opgepakt door de Duitsers. Op 3 mei 1945 werd hij doodgeschoten. Op 1 november 1944 werd Willy Dekeyser benoemd tot docent, en op 1 november 1948 tot gewoon hoogleraar. Dekeyser werd belast met verschillende cursussen kristalkunde, röntgenanalyse en mineralogie en zette in eerste instantie het onderzoek van Billiet op kleimineralen verder. In 1950 richtte hij het Laboratorium voor Kristalkunde op. In de daaropvolgende jaren bouwde hij het uit tot een laboratorium met een internationale reputatie en specialiseerde zich hierbij in x-stralendiffractietechnieken voor de identificatie van vaste stoffen. In 1960 werd het laboratorium voor Mineralogie opgenomen in het laboratorium voor Kristalkunde, en veranderde de naam in laboratorium voor Mineralogie, Kristalkunde en Studie van Vaste Stof, later afgekort tot Kristalkunde en Studie van Vaste Stof. Willy Dekeyser bleef aan het hoofd staan van het laboratorium. De eerste lokalen die Dekeyser tot zijn beschikking had, waren gelegen aan de kant van de Gezusters Lovelingstraat in het grote gebouwenblok van de Plateaustraat-Rozier. Deze lokalen werden snel te klein, en op de binnenkoeren van het complex werden in twee fases nieuwe labo’s bijgebouwd. Toen het laboratorium samen met de rest van de universiteit steeds verder uitbreidde, besloot het universitair bestuur een nieuwe campus op te richten voor de Faculteit Wetenschappen aan de rand van de stad. De keuze voor de locatie viel op het militair domein aan de Sterre, dat daarvoor ook al plaats had geboden aan de wereldtentoonstelling van 1913. Dekeyser kreeg de eer om als eerste te verhuizen, naar het eerst afgewerkte gebouw van de Sterrecampus. Het nieuwe gebouw aan de Sterre werd officieel geopend op 9 juni 1966. Bij de rationalisatie van de facultaire diensten en de oprichting van de vakgroepen in 1992, werden het laboratorium voor Kristallografie en Studie van de Vaste Stof en het laboratorium voor Natuurkunde - Groep I ondergebracht in de nieuwe vakgroep Vaste-Stofwetenschappen. Felix Cardon, voordien directeur-diensthoofd van het laboratorium voor Natuurkunde - Groep I, werd de nieuwe vakgroepvoorzitter. [Dirk Poelman] |
Directeur-diensthoofd: | Dekeyser, Willy (1960-1980) |
Cardon, Felix (1981-1992) | |
Boesman, Etienne (1982-1992) | |
Vennik, Joost (1982-1992) | |
Actoren: | onderdeel van: Faculteit Wetenschappen (1940-1992) onderdeel van: Vakgroep Vastestofwetenschappen (1992-) onderdeel van: Geologisch Instituut (1960-1965) onderdeel van: Speciale School (1960-1975) heeft opgenomen: Laboratorium voor Mineralogie (1960) heeft als medewerker: Billiet, Valère |
Archieven: | Archief Laboratorium voor Mineralogie en Collectie Mineralogie |
Bronnen: | Poelman, Dirk. "Het Laboratorium Kristallografie aan de Gentse universiteit door de jaren heen." Tentoonstelling 'Kristallen verhelderd', 10/10/2014-30/04/2015. Universiteit te Gent. Programma der leergangen 1953-1954. Gent, 1953. Universiteit te Gent. Algemeen programma der leergangen 1954-1955. Gent, 1954. Universiteit te Gent. Algemeen programma der leergangen 1955-1956. Gent, 1955. RUG. Algemeen programma der leergangen 1960-1961. Gent, 1960. RUG. Algemene inlichtingen en rooster der cursussen 1965-1966. Gent, 1965. Universiteit Gent. Administratieve gids 1970-1971. Gent, 1970. Universiteit Gent. Administratieve gids 1975-1976. Gent, 1975. Universiteit Gent. Administratieve gids 1980-1981. Gent, 1980. Universiteit Gent. Administratieve gids 1985-1986. Gent, 1985. Universiteit Gent. Administratieve gids 1986-1987. Gent, 1986. Universiteit Gent. Administratieve gids 1987-1988. Gent, 1987. Universiteit Gent. Administratieve gids 1988-1989. Gent, 1988. Universiteit Gent. Administratieve gids 1989-1990. Gent, 1989. Universiteit Gent. Administratieve gids 1990-1991. Gent, 1990. |
Citeren: | Archief Universiteit Gent, Laboratorium voor Kristallografie en Studie van de Vaste Stof, AU4879 |