Directie Informatie- en Communicatietechnologie

Directie Informatie- en Communicatietechnologie

Type: administratie centraal
Andere namen: afkorting: CDR (1969-1992)
afkorting: ARC (1992-2002)
afkorting: AIG (1992-1995)
afkorting: AIV (1995-2001)
afkorting: ICR (2001-2002)
afkorting: DICT (2002)
naamsverandering: Rekenlaboratorium bij de Rijksuniversiteit te Gent (1957-1966)
naamsverandering: Centraal Rekenlaboratorium (1966-1969)
naamsverandering: Centraal Digitaal Rekencentrum (1969-1992)
naamsverandering: Academisch Rekencentrum (1992-2002)
naamsverandering: Administratieve Informaticagroep (1993-1995)
naamsverandering: Administratieve Informatica Verwerking (1995-2001)
naamsverandering: Informaticacel Rectoraat (2001-2002)
naamsverandering: Directie Informatie- en CommunicatieTechnologie (2002)
ook gekend als: Rekenlaboratorium (1958-1970)
Periode: 1957-...
Functies:DICT is verantwoordelijk voor het ICT-beleid van UGent.
Geschiedenis: Rekenlaboratorium
In 1952 besloot het NFWO een som van 750.000 BEF ter beschikking te stellen ‘ter promotie, creatie en ontwikkeling van universitaire rekencentra’. Het krediet mocht uitsluitend aangewend worden voor de bezoldiging van personeel. Blijkbaar ging men er bij het NFWO van uit dat rekenmachines zouden kunnen geleend worden van het Nationaal Centrum voor Mechanische Berekeningen gehecht aan het Nationaal Instituut voor de Statistiek. Of dit ook het geval was is onbekend. Volgens andere bronnen zou er gebruik gemaakt zijn van de computeruitrusting van het Laboratorium voor Theoretische Elektriciteit, die zou aangekocht geweest zijn met Marshallgelden.

Toch wordt in 1952 Prof. H. Vanderlinden reeds genoemd als diensthoofd van het rekenlaboratorium. In 1954 kreeg Vanderlinden een krediet van 250.000 BEF toegewezen waarmee een drietal rekenmachines werden aangekocht, die ondergebracht werden in de kelders van het Sterrenkundig Instituut in de Jozef Plateaustraat. In 1957 kreeg de dienst de benaming ‘Rekenlaboratorium bij de Rijksuniversiteit te Gent’, verbonden aan de faculteit Wetenschappen. Prof Vanderlinden werd de eerste directeur. Hij werd vanaf 1960 opgevolgd door prof. C. Grosjean.

Het rekenlaboratorium deed wetenschappelijk berekeningen met wiskundige inslag, aanvankelijk vooral voor onderzoekers uit de exacte wetenschappen. In latere jaren ontdekten ook de menswetenschappen het nut van statistische berekeningen. In 1966 werd het rekenlaboratorium erkend als centrale dienst, ter ondersteuning van ‘alle universitaire diensten’. Daarnaast werd ook gerekend voor wetenschappelijke instellingen buiten de universiteit en ook enkele bedrijven maakten gebruik maken van het rekenlaboratorium.

Rekencentrum
In 1969 werd de naam gewijzigd naar Centraal Digitaal Rekencentrum. Prof. C. Grosjean bleef tot 1972 directeur-diensthoofd. In die jaren wordt ook een computorcommissie opgericht die het rekencentrum moest adviseren inzake de strategie en de aan te kopen uitrusting. In 1972 werd het CDR ondergebracht in een nieuw gebouw op de campus Sterre.

De rekencapaciteit werd nog steeds het meest intensief gebruikt voor wetenschappelijk werk, maar geleidelijk aan begonnen zowel de universitaire administratie als externe organisaties of bedrijven steeds meer een beroep te doen op het rekencentrum. Het rekencentrum evolueerde in de richting van een zuiver dienstencentrum, dat operationele apparatuur en algemene programmatuur aanbood en ook instond voor opleidingssessies aan de universitaire gebruikers en aan externen.

Het Vast Bureau van 5 februari 1988 besliste om het CDR als afzonderlijk erkende universitaire dienst af te schaffen en het rekencentrum onder te brengen bij de diensten van de rector, die ook directeur-diensthoofd werd. De dagelijkse leiding werd toevertrouwd aan een directieraad, voorgezeten door Prof. M. Vanwormhoudt. In 1992 wordt de directieraad vervangen door het bureau van de computercommissie (eveneens geleid door Prof. M. Vanwormhoudt). Naast de computercommissie bleven ook de coördinatiegroep van het netwerk en de gebruikersvergadering als adviserende organen bestaan.

Opsplitsing
In 1992 werd het Digitale rekencentrum gesplitst in twee afzonderlijke eenheden. Het ‘Academisch Rekencentrum’ (ARC) bleef ten dienste staan van het wetenschappelijk onderzoek en het onderwijs en bleef gevestigd aan de Sterre. De Administratieve Informaticagroep (AIG) specialiseerde zich in informatica-toepassingen voor de administratie en het beleid, en werd ondergebracht in het rectoraat in de Sint-Pietersnieuwstraat.

Het Academisch Rekencentrum legt meer en meer het accent op dienstverlening. Er wordt steeds meer werk gemaakt van onderwijsondersteunende taken, er worden lessen ingericht over het gebruik van de machines, en er wordt beter tegemoetgekomen aan de noden van de gewone gebruiker (studenten). Een helpdesk en een onthaaldienst worden ingericht en een tijdlang is er ook een winkel voor de bevoorrading van computermateriaal en een pc-hersteldienst.

De Administratieve Informaticagroep ontfermde zich intussen over
1. onderhoud van de bestaande databanktoepassingen
2. informatica-ondersteuning op het rectoraat
3. omzetting van de oude toepassing op een nieuwe omgeving onder UNIX
4. meewerken aan de analyse en ontwikkelingen van de nieuwe toepassingen.

Concreet leidde dit tot de installatie van een helpdesk voor pc-gebruikers van de administratie, terwijl daarnaast een aantal medewerkers zich bezig hielden met de ontwikkeling van een personeelsapplicatie, een financiële applicatie en een WEB-applicatie.

Onder prof. Hofman werd de naam van de eenheid veranderd naar Administratieve Informatieverwerking (AIV), vanwege de naamsverwarring met de Association des Ingenieurs de Gand. In 2001 werd het AIV omgevormd tot de Informaticacel Rectoraat (ICR), die enkel nog PC-ondersteuning bood aan de logistieke diensten. De medewerkers aan de applicatietoepassingen werden gehecht aan de informaticacellen van de personeelsdienst (o.m. de weddeadministratie) en de financiële dienst (implementatie van het SAP systeem) of werden terug in het Academisch Rekencentrum tewerkgesteld.

DICT
Bij de STeR-hervorming van 2000 werden centrale diensten en rectoraatsdiensten gegroepeerd in 8 directies. De Informaticacel Rectoraat en het Academisch Rekencentrum worden opnieuw verenigd in de Directie Informatie- en Communicatietechnologie (DICT). DICT staat in voor de infrastructuur, toepassingen en gebruikersondersteuning. Ook de telecommunicatie, voorheen onder de directie Gebouwen en Facilitair Beheer, kwam nu onder het DICT.

Elienne Langendries, Archivaris UGent, 2012
Directeur: Bouharrak, Abdella
Schellemans, Danny (2002-30/9/2022)
Directeur-diensthoofd: Vanderlinden, Henri (1958-1960)
Grosjean, Carl (1960-1970)
Structuur:De directie Informatie- en Communicatietechnologie is een van de 9 directies binnen de Centrale Administratie en valt onder de bevoegdheid van de logistiek beheerder.

De directie omvat de volgende afdelingen in 2022:
- Afdeling ICT-Gebruikersondersteuning
- Afdeling ICT-Infrastructuur
- Afdeling ICT-Toepassingen
- Afdeling ICT-Onderwijstechnologie
Actoren:onderdeel van: Faculteit Wetenschappen (1957-1970)
onderdeel van: Universiteitsdiensten (2002-)
heeft link met: Directie Onderzoeksaangelegenheden
heeft als medewerker: De Meester, Tonja (1972-2000)
Archieven:Archief Directie Informatie- en Communicatietechnologie
Websites en socials:Directie Informatie- en Communicatietechnologie (DICT), geraadpleegd op 30/09/2022.
Bronnen: Archief Universiteit Gent, Notulen vergadering bestuurscollege, 12/06/1992.
Archief Universiteit Gent, 1987-1989, ARUG_3C1/2 150, doos 3.
Archief Universiteit Gent, Omzendbrief van de rector, 6 juli 1993.
De Winter, Sofie. Het archief uit de centrale administratie van de Universiteit Gent en de overdracht ervan naar de archiefdienst. Onuitgegeven masterproef, Vrije Universiteit Brussel, 1996, p. 29.
De Caluwe, Rita. Vijftig Jaar Rekencentrum Aan De Universiteit Gent. 1952-2002. Gent, Academia press, 2009.
Directie Informatie- en Communicatietechnologie (DICT), geraadpleegd op 07/11/2022.
Citeren: Archief Universiteit Gent, Directie Informatie- en Communicatietechnologie, AU0063