Type: | bestuursorgaan |
Andere namen: | naamsverandering: Raad van Beheer (28/4/1953-26/6/1991) |
Periode: | 28/04/1953-... |
Functies: | De taken van de Raad van Bestuur worden vastgelegd in het decreet van 26/06/1991: 1. Het bepalen van het reglement voor de verkiezing van de faculteitsraden en van de decanen 2. Het bepalen van het bestuursreglement, het examenreglement en het tuchtreglement 3. Het vastleggen van de algemene richtlijnen voor de organisatie en coördinatie van het academisch onderwijs, het wetenschappelijk onderzoek en de wetenschappelijke dienstverlening van de universiteit 4. Het vastleggen en gebeurlijk aanpassen van het vijfjaarlijks investerings- en financieringsplan 5. het jaarlijks vastleggen en goedkeuren van de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag van de universiteit 6. Het bepalen van de personeelsformatie 7. De benoeming van de leden van het zelfstandig academisch personeel en van het administratief personeel vanaf niveau 1 8. Het opstellen van een reglement van orde 9. Andere bevoegdheden toegekend door het decreet of andere decreten |
Geschiedenis: | Vanaf het einde van de Tweede Wereldoorlog gingen stemmen op dat de strakke administratieve centralisatie te Brussel de ontplooiing van de rijksuniversiteiten verhinderde. De wet van 28 april 1953 verleende aan de rijksuniversiteiten een beperkte vorm van autonomie, wat gepaard ging met een aantal bestuurlijke hervormingen. Er kwam een eind aan de dubbele leiding van de universiteit, die voorheen was toevertrouwd aan de rector enerzijds, en de beheerder- inspecteur anderzijds. De nieuwe wet voorzag de oprichting van een Raad van Beheer, bestaande uit de rector (ook voorzitter), de ondervoorzitter (de uitvoerder van de door de raad getroffen beslissingen), de decanen van de faculteiten en één vertegenwoordiger van iedere faculteit, door de faculteiten gekozen uit de gewone hoogleraren voor een termijn van vier jaar. De regeringscommissaris woonde de vergaderingen van de raad bij, en had een adviserende stem. De secretaris werd door de Raad gekozen uit de gekozen vertegenwoordigers van de faculteiten. Hij werd door de koning benoemd voor de duur van zijn mandaat als lid. De secretaris was belast met het opstellen en bijhouden van de notulen van de vergaderingen (KB 3 oktober 1953, art. 27) en het echt verklaren, meedelen en overmaken van alle stukken overeenkomstig de beslissingen van de raad (KB 23 oktober 1967, art. 8). De Raad van Beheer werd bevoegd voor: 1. het voordragen voor benoeming van geaggregeerden, repetitors en wetenschappelijk personeel (werkleiders en conservators) op voorstel van de betrokken faculteiten, scholen, instituten of centra gehoord. Ook de voordracht voor benoeming tot hoofdbibliothecaris (na advies van de Academieraad) en van de bibliothecarissen gebeurde door de raad 2. de benoeming van het wetenschappelijk personeel (assistenten, leerling-assistenten, kliniekinternen) op voorstel van de betrokken faculteit, school, instituut of interfacultair centrum en passend binnen het goedgekeurde personeelskader en de begroting 3. het benoemen van administratief personeel (lager dan bureelhoofd) en van gespecialiseerd meesters-, vak- en dienstpersoneel 4. het opstellen van een prioriteitenlijst voor bouw, verbouw- en onderhoudswerken, 5. het geven van richtlijnen voor het afwerken van voorontwerpen, het goedkeuren van lastkohieren en van de uitvoeringsplannen 6. het opmaken van begrotingsvoorstellen 7. het verdelen van de kredieten die voor de universiteit bestemd zijn (behoudens wedden). De Raad van Beheer mocht ook kandidaten voordragen voor benoeming tot docent, gewoon hoogleraar of buitengewoon hoogleraar, maar de uiteindelijke benoeming gebeurde door de koning. daarnaast was de Raad gemachtigd om tijdelijk vrije cursussen te laten geven, al dan niet door leden van het professorenkorps. Elk jaar moet een lijst opgemaakt worden van docenten, hoogleraren en gewone hoogleraren die een andere bezoldigde activiteit uitoefenden. Deze werd met advies overgemaakt aan de minister van onderwijs. Door de wet van 1 augustus 1960 kreeg de Raad van Beheer ook beslissingsrecht over de cursussen, werkzaamheden en praktische oefeningen die het onderwijsprogramma uitmaken, op voorstel evenwel van de bevoegde faculteiten, scholen, instituten of interfacultaire centra. De Raad van Beheer werd grondig hervormd door de wet van 24 maart 1971. Deze wet kwam tegemoet aan het verlangen naar democratisering en inspraak vanuit diverse universitaire geledingen, en beoogde een grotere maatschappelijke inbedding van de universiteit. De samenstelling van de Raad werd verruimd: naast de rector (voorzitter) en de vicerector, bestond de Raad vanaf 1971 uit tien vertegenwoordigers van het onderwijzend korps, vier van het wetenschappelijk personeel, twee van het administratief- en het gespecialiseerd meesters-, vak- en dienstpersoneel, vier studenten, drie vertegenwoordigers uit de sociale, drie uit de economische en drie uit de openbare machten. De vertegenwoordigers uit de universitaire milieus werden verkozen door de universitaire geleding waaruit ze afkomstig waren, voor een termijn van twee jaar. De mandaten waren hernieuwbaar, maar slechts eenmalig voor de studenten. Naast de regeringscommissaris werden nu ook de administrateur en de inspecteur van financiën raadgevend lid. De inspecteur van financiën oefende in samenspraak met de regeringscommissaris dezelfde functies uit als deze laatste maar dan voor alle beslissingen die een budgettaire of financiële weerslag hebben. De bevoegdheden van de Raad werden nu ook uitgebreid tot het beheer van het eigen vermogen van de universiteit. De administratieve commissie (wet van 5 juli 1920, art. 5) belast met het beheer van het universiteitsvermogen werd opgeheven. De Raad van Beheer kon een aantal bevoegdheden geheel of gedeeltelijk overdragen aan het nieuwe opgerichte Vast Bureau, maar het opstellen van de begroting en het voordragen voor benoeming bleven voorbehouden aan de Raad van Beheer. De secretaris van de Raad van Beheer behoorde voortaan niet meer tot het academisch personeel. Hij werd door de raad gekozen uit de leden van het administratief personeel van de universiteit (minimaal de graad van adviseur) en fungeerde ook als secretaris van het Vast Bureau. De Raad van Beheer werd bij bijzonder decreet van 26 juni 1991 vervangen door de Raad van Bestuur. Naast de rector en vicerector worden twaalf vertegenwoordigers gekozen van het zelfstandig academisch personeel, twee (later drie) van het assisterend academisch personeel, drie administratieve personeelsleden en vier studenten. Daarnaast zijn er nog zes vertegenwoordigers, paritair verdeeld tussen de werkgevers en werknemers, aangeduid door de Sociaal Economische Raad van Vlaanderen en vier vertegenwoordigers van de Vlaamse Raad. De plaats van de administrateur wordt nu ingenomen door twee beheerders, die zoals de regeringscommissaris en de inspecteur van financiën de vergadering met raadgevende stem bijwonen. De (hernieuwbare) mandaten worden op vier jaar gebracht, behalve voor de studenten (twee jaar, eenmalig verlengbaar). Elienne Langendries, Archivaris UGent, 2017 |
Secretaris: | Ameryckx, Frans |
Vandenbroeck, Raoul (16/2/1972-31/5/1975) | |
D'Hondt, Marcellus (1/6/1975-28/2/1982) | |
De Geyter, Leopold (1/3/1982-23/4/1987) | |
De Meester, Edmond (24/4/1987-30/9/2001) | |
Bracke, Godelieve (1/10/2001-30/9/2008) | |
De Moor, Kristof - waarnemend (2008-2009) | |
Van Haelter, Dirk (1/9/2009) | |
Actoren: | heeft link met: Secretariaat van de Raad van Bestuur heeft link met: Bestuurscollege heeft als adviesorgaan: Onderzoeksraad heeft als adviesorgaan: Bouwcommissie heeft als adviesorgaan: Onderwijsraad heeft als adviesorgaan: Commissie Communicatie heeft als adviesorgaan: Interfacultaire Bibliotheekcommissie heeft als adviesorgaan: ZAP-Commissie heeft als adviesorgaan: Werkgroep Begroting en Jaarrekening heeft als adviesorgaan: Faculteitsraad heeft als adviesorgaan: Expertengroep Internationalisering heeft als adviesorgaan: Commissie Financiën heeft als adviesorgaan: Personeelsbeleidscommissie heeft als adviesorgaan: Sociale Raad heeft als adviesorgaan: ICT-Commissie heeft als adviesorgaan: ICT-Gebruikerscommissie secretariaat door: Secretaris van de Raad van Bestuur heeft als lid: Verbist, Richard (1/1/1972-30/9/1973) |
Archieven: | Archief Raad van Bestuur Verzamelde principebeslissingen van de Raad van Bestuur en het Bestuurscollege |
Thema's: | Autonomie UGent |
Websites en socials: | Raad van Bestuur, geraadpleegd op 30/09/2022. |
Bronnen: | Wet betreffende de inrichting van het hoger onderwijs in de Rijksuniversiteiten, 28 april 1953. Belgisch Staatsblad, 1 mei 1953, p. 1-2. "Wet tot wijziging van de wet van 28 april 1953 betreffende de inrichting van het universitair onderwijs door de Staat, gewijzigd door de wet van 9 april 1965 houdende diverse maatregelen voor de universitaire expansie en van de wet van 5 juli 1920 tot toekenning van rechtspersoonlijkheid aan de Staatsuniversiteiten Gent en Luik, 24 maart 1971." Belgisch Staatsblad, 16 september 1971, p. 10663-10667. "Bijzonder decreet betreffende de Universiteit Gent en het Universitair Centrum Antwerpen, 26 juni 1991." Belgisch Staatsblad, 29 juni 1991, p. 14655-14659. "Koninklijk Besluit houdende het algemeen reglement voor de Rijksuniversiteiten en de Rijksuniversitaire centra, 23 oktober 1967." Belgisch Staatsblad, 27 januari 1968. |
Citeren: | Archief Universiteit Gent, Raad van Bestuur, AU0004 |